Mijn artikel in het Hilversums Historisch Tijdschrift en de daaropvolgende lezing hebben veel losgemaakt. Ik ben overspoeld met aanvullingen, correcties en ook nieuwe verhalen. Sommige van de opmerkingen zijn voor de ware detailliefhebber, andere hebben weer een zekere anekdotische aarde. Is het compleet? Nooit! Het is een levend document, dat blijkt. Om het overzichtelijk te houden beginnen we waar ook het artikel en de lezing startte: bij Eikbosserweg nummer 1.
1) Zoals gezegd, nummer 1 dateert van 1912.
Van een later datum dan de nummer 3 en 5 in het eerste stuk van de straat. De Eikbosserweg is dus om die reden een aantal keer her-nummerd. Ik heb voor het artikel en de lezing waar mogelijk de huidige nummering aangehouden. Alleen bij de adressen van JHB Koekkoek meld ik volledigheidshalve waar mogelijk de oorspronkelijke nummering, omdat die ook zo in de oorspronkelijke documenten voorkomen.
(bron; SAVG, Wijk- en Gezinskaarten en overlijdensakten, Ineke de Ronde)
foto: Festina Lente nr. 5 bij sneeuw KvA
2) En dan meteen maar even over het hoogteverschil in de weg. Mijn bron via Google maps kwam na een rekensom op mijn zakjapanner uit op 20 meter verschil, gemeten vanaf het Eikbosserpad tot bij de bunker op de Diependaalselaan. Dat is na uitgebreid onderzoek met zeer geavanceerde apparatuur drastisch naar beneden bijgesteld. Ruim 5 meter. De meting komt van de zogeheten AHN 3 viewer (Actueel Hoogtebestand Nederland). Gemeten vanuit de ruimte tot op het wegdek; leve de satelliet! AHN3 geeft voor het begin van de Eikbosserweg 8,52 m. aan en ter hoogte van de kruising Eikbosserweg-Diependaalselaan 14,33 meter +NAP. Tsja en toch voel ik ook die ruime 5 meter verschil écht in mijn benen wanneer ik op de fiets ‘naar boven’ rijd…
(bron: Gerard Peet/AHN-viewer: www.AHN.nl )
foto: Eikbosserweg oneven zijde TF
3) Over de kunstschilder J.H.B. Koekkoek en zijn uitgebreide familie, die teruggaat tot halverwege de 18e eeuw (1778) en alle artistieke nazaten is veel literatuur verschenen. De stamvader Johannes Hermanus was al kunstschilder van naam en faam van marine taferelen. Daarna volgden in vier generaties nog zestien schilders! Zoals de zeer verdienstelijke familieleden Barend Cornelis en Marinus Adrianus I. Bij de latere generaties ben ik nogal uit de bocht gevlogen door wat familiebanden door elkaar te halen. Vandaar: met excuus en dank aan de corrector, deze correctie: Bij de vele generaties Koekkoek zit ook ‘onze’ J.H.B. De eveneens genoemde latere voornaamgenoot van Marinus Adrianus II (1873-1944), illustrator van schoolplaten en onderwijsboeken; hij was geen broer van J.H.B. maar een neef. Ik meld dan nog dat ook Ed van Mensch in 2012 een uitgebreid artikel in AP geschreven over JHB Koekkoek. Binnenkort hopen we deze en andere artikelen ook via deze site te ontsluiten.
Dan nog iets over de woonadressen van de jongere telgen uit de familie Koekkoek: JHB Koekkoek woonde tussen 1890 en 1920 achtereenvolgens op de Torenlaan 7, Neuweg 30, Dalweg 10, Asterstraat 67 en Eikbosserweg 83, de latere nrs.41-49. Op dat laatste adres overleed zijn zoon in 1907 en hijzelf in 1912. Volgens de inschrijving in het Wijkregister (26A, wijk J 1904-1910) was JHB dus de eerste bewoner van het pand. Ook Marinus Adrianus Koekkoek II woonde volgens dezelfde bron met vrouw en kinderen op Eikbosserweg 40 (later hernummerd naar 46) en wel van 1908 tot april 1913. Tenslotte via; www.simonis-buunk.nl is veel werk uit de Koekkoekfamilie te bewonderen op de zoekterm ‘Koekkoek’.
(bron: Ineke de Ronde, Barend Smit, SAVG, Wijk en gezinskaarten en overlijdensakten, Ed van Mensch/AP 2/2012)
foto: Eikbosserweg bij begraafplaats links TF
4) Ik heb inmiddels van fervente verzamelaars liefst vier afbeeldingen gekregen van de calvarieberg op het voormalige R.K.Z. terrein. Met een devote zuster bij de grot en de berceuse (“met loof overdekt wandelpad”) die er naar toe leidde. Ik begreep overigens dat er naast een tomatenlusthof ook varkens op het terrein werden gehouden. En dat het Eikbosserpad -ooit voorbestemd om ook Eikbosserweg te gaan heten- in de volksmond ook wel het ‘Poeppaadje’ werd genoemd.
(bron: diverse aanwezigen tijdens de ledenavond en prentbriefkaarten via Tjako Fennema, Bob Houthuyzen en Joost Huijsing)
foto’s
boven rechts: Koningstraat R.K.Z calvarieberg JH
boven links: R.K.Z. calvarieberg, berceuse BH
midden links: R.K.Z. calvarieberg, berceuse met nonnen JH
onder: R.K.Z. luchtfoto terrein TF
5) Ik heb een duidelijker kaartje gevonden met daarop rechts onder het midden de voormalige RK begraafplaats, aangeduid als Nieuwe R.C. Begraafplaats (1904-1917), waarvan de ingang aan het toenmalige Natwegje lag, de huidige Frans Halslaan.
(bron: SAGV)
foto: Nieuwe R.C. begraafplaats 1905 SAVG
6) Dan een ruim uitgevallen aanvulling op het bedrijvigheidsverhaal. Nog vóór de metaalwerkplaats van de firma Van Loenen zich op nummer 27 vestigde, zat er vanaf halverwege de oorlog het schildersbedrijf Misset. In het naastgelegen pand op 29 zat ook een werk- en opslagruimte van deze firma. Het bedrijf werd na grootvader Misset door drie broers gerund, waaronder de vader van Frits Misset. Hij woonde er maar kort, door een tragisch ongeval overleed zijn vader en moest hij verhuizen. Hij herinnert zich nog het onbekommerde buitenspelen rondom de boerderij-met-paard aan de oneven kant tussen de Rembrandt- en Frans Halslaan. (wellicht De Notenboom van landbouwer Brouwer op nr. 71-ab) En er waren de gezamenlijk gevierde Koninginnedagen in de straat. De buren tegenover- waar hij vaak in huis kwam- hadden een groot weefgetouw staan waarop de blinde man werkte. De jonge Frits moest voor hem regelmatig een fles jenever halen bij slijterij Schogt op de hoek van de Frans Halslaan en de Eikbosserweg. Daar tegenover was een kruidenier en iets verderop in de Silenestraat was een zaak waar je overhemden kon laten wassen en strijken, aldus Frits.
Op de hoek van de Gijsbrecht van Amstelstraat recht tegenover de voormalige apotheek van Van Maarsseveen -met die práchtige reuzen-blauweregen tegen de gevel- zat kruidenier Kolman. We zagen op de foto uit 1945 een hele rij mensen in een straat vol vlaggen staan wachten op het zonder bon uitgeven van levensmiddelen tijdens een Rode Kruisactie. Een neef van de voormalige kruidenier, Jan Kolman, herinnert zich nog dat zijn vader in de straat een stukje verderop een groentewinkel had -hij denkt dat het nummer 95 was- en dat zijn vader ooit voetbalde op het terrein van de voormalige begraafplaats aan de Eikbosserweg. Zijn vader overleed jong en zijn moeder zette de winkel voort waardoor veel klanten hem herinneren van zijn vaste plekje in het aardappelkistje naast de toonbank, waar hij als baby in werd ‘geparkeerd’. Jan leverde nog wat namen van omliggende winkels: die van sigarenwinkel Dolman en de gelijknamige bloemenwinkel en daartegenover de kapperszaak Hamman. Weer een andere bron meldt: Naast de melkwinkel van Vendrig was verderop nog een melkwinkel van Lamme, waarvoor Thijmen de Bree op weekdagen met de melkkar reed. Hij had zijn wijk in het Schilderskwartier, maar ook wat buurtklanten die met hun melkkannetje langskwamen bij zijn huis in de Egelantierstraat.
(bron: Frits Misset/ Jan Kolman/Barend Smit)
7) De musici en artiesten in de straat krijgen ook een aanvulling. Jos Ditmars (nr.206) oud-trombonist en chef van de befaamde Phonogramstudio in de Honingstraat was ook nog een briljant technicus, zie foto. Pierre Biersma (nr.210) was een zoon van de eigenaar van Café Biersma bij het station. Pierre speelde ook in het radio- en tv-orkest van Harry de Groot en dirigeerde kinderkoren, zoals dat van Jacob Hamel en Herman Broekhuizen. Ook vlakbij (op nr. 212) woonde juffrouw Gutten de pianolerares. Op 186 Pi Scheffers, de onderwijzer die later naam maakte bij het Metropole Orkest, bij De Zaaiers en de Skymasters en ook componeerde en veel arrangementen schreef. Ook doken er namen op van recenter bekende Nederlanders: Bart de Graaf (1967-2002) woonde in een penthouse van het appartementencomplex op nummer 183. Hij had in de kelder een volledig uitgeruste muziekstudio, die nu nog regelmatig voor opnames gebruikt wordt. Dan kwam er iemand tijdens de ledenavond naar me toe die meldde dat in de buurt van garage Mom ook Jeroen Pauw (1960) is geboren. Waarmee het lijst met illustere Eikbosserweg-ers toch weer wat langer is geworden.
Overigens kent ook de in het verlengde liggende Eikenlaan bekende creatieve bewoners, zoals de schrijver Jaap ter Haar, bekend van de kinderboekenserie over de tweeling Saskia en Jeroen en de vierdelige Geschiedenis van de Lage Landen. Een man met een enorme productie hij schreef meer dan 80 boeken die deels ook in het Duits, Spaans en Engels zijn vertaald. Iets verderop woonde Cor Bruijn (1883-1978) als onderwijzer in 1903 betrokken bij de oprichting van de Humanitaire School in Laren van Jacob van Rees, waar hij van 1906 tot 1916 ook hoofdonderwijzer was. Na zijn vertrek naar Hilversum werd hij onderwijzer bij de Hilversumse School Vereniging. Hij schreef (kinder-) boeken als Sil de Strandjutter en Lasse Länta, waarvoor hij in 1955 een literaire prijs ontving. Sil de Strandjutter is medio jaren zeventig door de NCRV uitgebracht als televisieserie. Bruijn schreef ook het boek Ons Hilversum (1957) dat in die jaren door de gemeente Hilversum aan de schooljeugd werd uitgedeeld.
(bron: Tjako Fennema/Janny van Doesburg)
foto: Jos Ditmars in de studio TF
8) Van de bunker zijn nog enkele foto’s van het interieur opgedoken. Er wordt hard gewerkt om het gebouw volgend jaar tijdens het Koude Oorlogweekend in oktober 2023 tijdelijk voor publiek open te stellen. De organiserende landelijke Stichting ondersteunt ook actief het idee om te proberen de bunker op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen.
(bron: Robert Poort, Bas Nieuwenhuijsen en Albert Bek)
foto rechts: Trap BB bunker met BB-embleem AB
foto onder: Eikbosserweg machinekamer BBbunker RP
9) Vooral de verhalen rond de geschiedenis tijdens WOII van het kindertehuis De Brug (voormalig Saluti Juventutis / Maatschappij Zandbergen) en de aan onderduikadressen geholpen joodse (wees)kinderen en pupillen die voor dwangarbeid werden behoed blijven terugkomen. Zo herinnert de zoon van verzetsstrijder Mop Goubitz zich nog goed hoe zijn vader destijds zeer ontdaan reageerde toen hij na de oorlog tijdens een lezing over de onderduikgeschiedenis van joodse kinderen uit Hilversum hoorde dat 80 procent van hen uiteindelijk toch verraden is en alsnog werd afgevoerd naar de vernietigingskampen. Er is inmiddels een serieus initiatief om op de plaats van het tehuis een plaquette of herinneringsschild te plaatsen waar de bewogen geschiedenis van het tehuis en zijn bewoners wordt beschreven, samen met de namen van de directie en de verzetsmensen die met gevaar voor eigen leven kinderen probeerden te redden.
(bron: Fam. Goubitz/ VVE apartementencomplex Albert Bek)
foto: Eikbosserweg nabij nr. 183 JH
10) Dan een opmerkelijk verhaal over ‘spookadressen’ die tijdens de Tweede Wereldoorlog werden gebruikt voor valse persoonsbewijzen. Ik neem hier met dank aan Herman Meddens een passage over van Henk Mreijen over Hilversum tijdens WOII.
‘Hilversum kreeg in de Tweede Wereldoorlog als een van de eerste gemeentes in Nederland te maken met een NSB-burgemeester. Dat betekende dat de uitsluiting en vervolging van joodse Hilversummers al vroeg plaat vond. Naar aanleiding van de februari staking in 1941 in Hilversum werden 31 notabelen gearresteerd en vastgezet, onder wie de locoburgemeester Bakker, de commissaris van politie Vrijdag en de directeur van de HBS: Rutgers. Al in augustus 1941 werden alle Joodse leerlingen van scholen verwijderd: schrijnend.
In januari 1942 werden de eerste tachtig Joodse Hilversummers gedeporteerd naar Westerbork en verder. Maar in een stad waar in februari 1941 met overtuiging werd gestaakt was natuurlijk ook verzet. Op het gemeentehuis verleenden de heren Lappere en Rutten van het bevolkingsregister op verzoek van het verzet valse persoonsbewijzen. Zo kon je onderduiken, zoals de Joodse tandarts Eddy (Elias) van Voolen die een prachtig persoonsbewijs kreeg zonder een ‘J’ op het adres: Eikenlaan 8, een nummer dat ontbrak in de Eikenlaan.* Zo stonden er in het bevolkingsregister heel wat mensen op wel- en niet bestaande adressen. Lappere en Rutten waren de enige niet. Er waren ook collega’s die vanuit de Distributiedienst honderden onderduikers hebben voorzien van bonkaarten. Omdat de Eikbosserweg ook toen nog een behoorlijk aantal niet bebouwde percelen telde, waarvoor wél al een officieel huisnummer was uitgegeven, zullen hier waarschijnlijk ook onderduikers op papier een onderdak hebben gevonden.’
(bron: Hilversum, onderdrukking en verzet 1940-1945. Henk Mreijen. Uitgave Werkgroep Herdenking 1940-1945. Hilversum, 1985 (p.74)
* Naschrift: Ook nu nog ‘springt’ de Eikenlaan na nummer 3 door naar nummer 11. En op de Eikbosserweg ontbreekt bijvoorbeeld tussen nummer 195 en 199 een nummer 197 dat uiteindelijk kadastraal bij nummer 195 is gevoegd als een dubbel perceel.
11) We blijven even bij nummer 199 hangen (1931): Lange tijd woonde hier de familie Ides, ook nu nog uitbaters van een aantal horecagelenheden. Zij maakten op dit adres hun huisgemaakte kroketten; achter het huis is volgens de huidige bewoner nog steeds een put waarin destijds het (slacht-)afval werd opgeslagen voor het door een destructiebedrijf werd opgehaald. Overigens herinnert de buurman van de familie Ides zich nog het zeer kinderrijke gezin dat in de oorlog aan de Gijsbrecht van Amstelstraat woonde. Toen in de nadagen van WOII de Duitsers onder meer dekens en metaal vorderden voor hun manschappen en de eigen oorlogsindustrie, werd ook de Gijsbrecht niet overgeslagen. Op een zeker moment kwamen ze met armen vol dekens uit het huis van de familie Ides en vlak daarachter een luid tierende moeder Ides. In haar hand zwaaide ze met haar trouwboekje met daarin alle bijgeschreven kinderen die nu zonder dekens de winter in dreigden te gaan. Het duurde even maar uiteindelijk werden de dekens weer uit de Duitse auto gehaald en aan de heldhaftige moeder teruggegeven.
(bron: j. nieuwenhuis /barend smit)
Bovenstaand dus de toevoegingen, correcties én nieuwe illustraties waarvan ik denk dat ze meerwaarde geven aan het oorspronkelijke verhaal. Zoals dat met historisch speurwerk gaat: in dit geval komen de aanvullingen uit officiële bronnen zoals het Streekarchief (SAVG) of oude gezinskaarten van de gemeente enz. Maar ook uit de verhalen die mensen zich nog herinneren: de gesproken, mondeling overgedragen geschiedenis (oral history). Overigens voor de wetenschap weldegelijk een erkende bron. Mondelinge geschiedenis of oral history is een methode van wetenschappelijk onderzoek naar het verleden op basis van mondelinge overlevering, zo schrijft de encyclopedie. Het blijft voor de pure historici natuurlijk niet verifieerbaar en objectiveerbaar materiaal. Toch wil ik deze bijschriften hier niet weglaten, omdat ze állemaal het verhaal vertellen over die ene straat: De Eikbosserweg. Ik heb onder elke aanvulling de bron(nen) vermeld, dus ook die uit de interviews via mondelinge overlevering.
Albert Bek
Foto’s. De initialen achter de korte omschrijving slaan op de bronnen:
AB Albert Bek
BH Bob Houthuyzen
BN Bas Nieuwenhuijsen
JH Joost Huijsing
KvA Kees van Aggelen
RP Robert Poort
SAGV Streek Archief Gooi en Vechtstreek
TJ Tjako Fennema