500 kilometer Hilversumse riolering en nog wat meer…

De titel van onze Avond van Albertus Perk op 25 april liet dit keer niets te raden over. En maakte het door dat open einde in de aankondiging alleen maar spannender…

Het bleek inderdaad niets te veel beloofd. Herman Meddens trakteerde ons op een mooi en bij tijd en wijle spannend verhaal over de ins en outs van onze heilige energie drie-eenheid: Gas, Water en Licht. Voorafgegaan door een uitgebreide toelichting op ons rioleringsstelsel dat aan het eind van de 19e eeuw werd aangelegd. Met de hand gegraven en gemetseld; zo ging dat in die tijd rond 1880. Zonder al te zeer in details te treden, geleidde Herman ons met fraaie weetjes en anekdotes langs de talloze wegen die de Hilversumse faeces in de afgelopen 150 jaar hebben afgelegd. Allereerst was er toentertijd natuurlijk veel aandacht voor het gezondheidsaspect van een goede afvoer. Niet onbelangrijk in een tijd dat veel kinderen en jongvolwassenen nog bezweken aan de besmettelijke ziektes door een slechte hygiënische verwerking, zoals dat dan deftig heet.

Ook de revolutionaire aanleg van een gescheiden systeem waarbij hemelwater (regen) in een andere rioolbuis wordt afgevoerd dan ‘vuil’ water (toilet en keuken)  kwam ter sprake. Waarbij Meddens ons wees op Hilversumse Oostelijke- én Westelijke ‘helling’ waarvan veel regen en grondwater moest worden verwerkt. Grappig om te horen. We weten wel dat onze stad heel wat heuvel(tjes) en dalen kent, maar dat we er ook op déze wijze mee hebben moeten leren omgaan, was toch wel onthullend. Een labyrint aan afwateringskanalen, gemalen en overslagvijvers houdt onze voeten droog, zo verzekerde Herman ons.

Met de komst van het spoor kreeg Hilversum steeds meer stadse eisen: er moest naast de hygiënische basisvoorzieningen ook ruimte zijn voor goede waterleiding en licht. Aanvankelijk nog licht van de kousjes uit steenkoolgas en alleen voor sjieke abonnementhouders en later door een echt elektriciteitsnet dat we aanvankelijk zelfstandig exploiteerden. Ook de eigentijdse problemen van vervuiling en dreigende schaarste en noodzaak van voortdurende controle op de kwaliteit van de geleverde ‘producten’ schuwde onze rondleider niet. Met alweer een supervolle zaal in de Grote Kerk was het wederom een mooie, instructieve en soms verrassende lezing waar -getuige de reacties na afloop- zeer van werd genoten.

<<<Koningsstraat

Een technisch huzarenstukje uit 1908. Zo’n 50 mannen poseren hier met schep. Ze hebben een geul gegraven van 1 meter diep.

Ze moeten nog 6 meter dieper, zodat er een groot riool (met natuurlijk verval) gelegd kan worden van de Groest via de Koningsstraat naar de Oude Haven.

 

De Watertoren uit 1893 op Trompenberg>>>

Capaciteit 600 m3.
De watermaatschappij was verplicht het vat altijd minimaal ¼ gevuld te houden.

De bovenkant van de toren ligt 41 m. boven Normaal Amsterdams Peil.
De toren staat er nog geheel in tact, maar hij is niet meer in gebruik.

Langs de toren raast heden ten dage het verkeer over de Ring van Hilversum.

 

Aanleg riool Schuttersweg; november 1957