Het jaar 2011 is voor de werkgroep Monumentenzorg een bewogen jaar geweest. Pieter Hoogenraad werd na meer dan 12 jaar voorzitterschap uitgezwaaid, waarna het nieuwe werkgroeplid Lex van Waarden deze taak overnam. Een aantal van de -soms al langzittende- werkgroepleden heeft ook aangegeven te denken aan stoppen. Dit heeft aan het eind van het jaar de vraag naar de personele bezetting van de werkgroep actueel gemaakt. In januari 2012 hoopt de werkgroep dan ook verschillende nieuwe aspirant-leden te begroeten.
2011 in vogelvlucht
Inhoudelijk was 2011 het jaar van enkele “grote projecten”: het gebouw van het Aloysiuscollege, het huisje “Anna’s Hoeve” en het REGEV-Entreegebouw vroegen veel aandacht- met wisselend resultaat.. Verschillende andere zaken bleven daarnaast continu aandacht vragen, zoals de KRO-studio en de Gemeentewerf aan de Mussenstraat. Ook in 2011 bereikten de werkgroep verschillende vragen vanuit bijvoorbeeld bewonersorganisaties om zich uit te spreken over bepaalde kwesties. Het beleid hierin is om uiterst terughoudend te zijn en waar mogelijk de mensen zélf het voortouw te laten nemen. Wel heeft de werkgroep, zoals ook in voorgaande jaren, nauw samengewerkt met zusterorganisaties als Hilversum PasOp !, Heemschut en de Cuypersstichting.
Andere, inmiddels vertrouwde werkzaamheden van de werkgroep hadden gewoon hun beloop: de zeer succesvolle excursies in de zomermaanden (“Op stap met Albertus Perk”) en de medewerking aan de Nationale Monumentendag en de Dag van de Architectuur.
Bijzonder was 2011 tenslotte ook omdat de gemeente een zeer vergaande bezuinigingsoperatie doorvoert. Aan de discussie over het cultureel toekomstbeeld van Hilversum heeft de vereniging -en dus ook leden van de werkgroep- actief deelgenomen.
De ontwikkelingen in 2011 overziende blijkt dat Hilversum nog steeds moeite heeft om -buiten de aangewezen monumenten- de waarde van sommige bouwwerken te erkennen en ernaar te handelen. De aanstelling van Chris Vanderheyden als stadsarchitect lijkt dan ook een goede zaak. Zij heeft immers al aangegeven dat “aandacht en liefde voor het patrimonium” (erfgoed-red.) een van haar speerpunten zal zijn. Of zij resultaat kan boeken staat of valt echter wel met haar positie en acceptatie binnen de organisatie, het college en de politiek.
Enkele projecten nader belicht
Goed nieuws was er in 2011 voor de twee grote kerken in Hilversum-Zuid, de Clemenskerk en de Zuiderkerk. Met beiden heeft AP zich slechts zijdelings bemoeid, maar het feit dat deze zeer beeldbepalende gebouwen eindelijk een zekere toekomst tegemoet lijken te gaan zorgde ook binnen onze vereniging voor grote blijdschap. Met name bij de Zuiderkerk heeft de zeer actieve Buurtgroep Behoud Zuiderkerk hiervoor alle credits verdiend. Tegen de jarenlange lijn van “afbraak en nieuwbouw” van de gemeente in hebben zij volgehouden en gewonnen. Bij de Clemenskerk speelde de gemeente -gelukkig- een positievere rol. Op de valreep van 2010 nam BOEI (Behoud en Herbestemming van Industrieel Erfgoed ca.) het project in portefeuille, en inmiddels is het wind- en waterdicht maken van de kerk zo goed als afgerond.
De werkgroep is al jaren actief in die velden waar de gemeente -structureel- té weinig aandacht voor heeft. Industrieel Erfgoed is daarbij het meest in het oog springend. Na jaren van overleg en betrokkenheid moest de vereniging begin 2011 uit de krant vernemen dat het college had besloten een sloopvergunning voor het Entreegebouw van het REGEV-terrein af te geven. Uitgebreide lobby en tegenvoorstellen bleken uiteindelijk op een muur van politieke desinteresse en onwil te stuiten. De meeste partijen volgden, ondanks een zeer gloedvol en goed onderbouwd betoog van GroenLinks, de wethouder Jan Rensen (PvdA) in de opvatting dat, gezien de zeer tegenvallende markt- en saneringssituatie,,dit gebouw tóch moet wijken voor een flatgebouw. Hiermee is de projectnaam “Villa Industria” een compleet holle frase geworden- álle gebouwen die hier aan het industrieel verleden herinnerden zullen uiteindelijk zijn gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw. Een gemiste kans waar de gemeente Hilversum en ontwikkelaar Proper-Stok wat ons betreft allerminst trots op mogen zijn.
In dezelfde categorie -industrieel erfgoed- valt de herbestemming van de Gemeentewerf aan de Mussenstraat, een complex dat zijn oorsprong in de voorlopers van de reuk- en smaakstoffenfabriek IFF heeft. AP wijst ook hier al jaren op de waarde van de prachtige hallen met sheddaken, een gebouwtype dat in Hilversum bijna niet meer voorkomt. Ook hier leek de gemeente echter moeizaam te overtuigen van de waarde van deze bijzondere bebouwing, die een sfeer heeft waar met name de creatieve industrie juist om vráágt! Er werd vooral gekoerst op sloop, waarbij misschien het centrale gebouw behouden zou blijven. Met de komst van de enthousiaste directeur van het bedrijf Spil Games lijken de kansen gekeerd. Deze ondernemer ziet juist bij uitstek de waarde van de bestaande, rauwe gebouwen, en wil zijn snel groeiende onderneming graag hiernaartoe overbrengen. De gemeente lijkt hier inmiddels ook meer van overtuigd te raken, ook na intensief lobbywerk van AP. Wordt vervolgd.
Een ander beeldbepalend gebouw waar AP zich al langere tijd via lobby achter de schermen voor inzet is het schoolgebouw van gemeentearchitect Andriessen aan de Prins Bernhardstraat, het huidige Aloysiuscollege. Ook hier bleek politiek nauwelijks interesse te bestaan om zich hard te maken voor behoud (al dan niet gedeeltelijk) en herbestemming. Om deze reden hebben “Albertus Perk” en Hilversum PasOp ! gezamenlijk in mei een gemeentelijke monumentenaanvraag ingediend. Daarnaast werd de website www.behoudaloysius.nl in de lucht gebracht om ook zo mensen te informeren en te mobiliseren. Inmiddels zijn hier meer dan duizend “hits” gescoord en hebben tientallen mensen een boodschap ter ondersteuning geplaatst.
De vraag van AP om betrokken te worden bij de Cultuurhistorische Effect rapportage voor dit gebied is door de gemeente compleet genegeerd. We wachten de eerste bevindingen van het college begin 2012 af en zullen, afhankelijk daarvan, de actie voor behoud sterk intensiveren. Het zou getuigen van een compleet gebrek aan historisch besef wanneer een plaats als Hilversum anno 2012 een dergelijk karakteristiek en mooi gebouw alsnog met de grond gelijk zou maken…
Tenslotte is in 2011 een actie gestart om het huisje “Anna’s Hoeve”, oorspronkelijk uit 1853 en -wederom- door de gemeente voor sloop bestemd, een creatieve herbestemming te geven. Hier is de alliantie gezocht met een groot ontwikkel- en aannemersbedrijf en het ROC/Leerbedrijf voor de Bouw Gooi en Vechtstreek. Dat heeft geresulteerd in een gedegen renovatietraject dat “Albertus Perk” in oktober in de gemeenteraad heeft gepresenteerd. Hier werd positief op gereageerd en ook wethouder Van Osch (VVD) stond open voor een gesprek hierover. De ontwikkelingen lopen momenteel.
En ook….
Naast deze “grote” projecten, die enorm veel tijd van de vrijwilligers vragen, heeft de werkgroep in 2011 tal van andere zaken in behandeling gehad. Zo is, door actieve inbreng van het Cuypersgenootschap, de handhaving van Monumentenzorg duidelijk op de agenda gekomen. Hilversum blijkt -zo constateerde ook de Inspectie Monumentenzorg in 2010- op dit punt nogal eens tekort te schieten. Gebrek aan mankracht ligt hieraan ten grondslag, en met de verdere bezuinigingen op de formatie van de afdeling Monumenten in het verschiet is zorg hierover zeker op zijn plaats. Dit is dan ook besproken met de verantwoordelijk wethouder.
Eveneens dankzij het Cuypersgenootschap heeft de werkgroep zich mede actief getoond bij het aan de orde stellen van het voortschrijdende verval van de monumentale KRO-Studio, nota bene een Rijksmonument. Naast overleg met raadsleden hierover heeft ook aandacht van de Gooi en Eemlander geholpen de gemeente hierin bij de les te trekken. Voorlopig overigens zonder veel resultaat, de reactie van de wethouder was afhoudend.
De (gedeeltelijke) afbraak/nieuwbouw en herbestemming van het voormalige Muziekpaviljoen van Elling op het mediapark is door AP samen met de Cuypersstichting gevolgd en besproken met ambtenaren van Monumentenzorg. Deze gewaagde operatie nadert momenteel zijn voltooiing, en de toekomst zal leren of een zó rigoureuze aanpak van een monumentaal gebouw de juiste weg is. De gemeente is er in ieder geval van overtuigd.
Tenslotte kan in deze rubriek nog de herbestemming van het leegstaande GAK-gebouw, een karakteristiek ontwerp van architect Onno Greiner, worden genoemd. Naast aandacht voor de bestaande kwaliteiten van dit gebouw is ook met name de binnentuin van Mien Ruys een mogelijk waardevol, en daarmee te respecteren, element. Contact hierover met de gemeente en de ontwikkelaar heeft echter weinig opgeleverd, Het pleidooi van AP wordt tot nu toe door beiden afgehouden.
Werkgroep, politiek en effectiviteit
Het is al vaker in de jaarverslagen naar voren gekomen: het werk van een vereniging als “Albertus Perk” staat of valt in belangrijke mate met de bereidheid van de lokale politiek (en in het verlengde van hen de betrokken ambtenaren) om de inbreng van AP serieus te nemen.
Deze bereidheid lijkt, met name bij de politiek, sterk onder druk te staan. Voorstellen van AP worden vaak als ‘lastig’ bestempeld. Hoewel het nog steeds sterk van individuele mensen afhangt is het gevoelen van de werkgroep dat met name de nieuwe raadsleden eerder openstaan voor onze deskundigheid dan vele gevestigde raadsleden. Dit geldt zeker voor enthousiasme en betrokkenheid. Het was in 2011 pijnlijk om te moeten constateren dat bijna alle fracties, een enkele uitgezonderd, vaak nauwelijks of pas zeer laat reageerden op onze voorstellen en e-mails. Dit tast de effectiviteit van de werkgroep, en dus van de historische vereniging, sterk aan. Het is aan de politiek om de inwoners van Hilversum -zeker wanneer zij betrokken, deskundige en reële bijdragen leveren- serieus te nemen.
En tenslotte natuurlijk… de bruine bordjes!
Inmiddels zijn de “bruine bordjes” van Leesbaar Hilversum een vertrouwd onderdeel van het straatgezicht geworden. Ook deze worden door de werkgroep geïnitieerd en uitgevoerd, altijd in goede samenwerking met de eigenaren van de betreffende panden. Het is goed om te zien dat eigenaren trots zijn op hun bijzondere bezit!
In Hilversum hangen inmiddels zo’n kleine veertig van dit soort bordjes. Soms verdwijnt er helaas wel eens eentje. Dat was ook het geval met het bordje op de voormalige politiepost aan de Kleine Drift. Lange tijd stond dit monument, een jeugdwerk van Dudok, er bordloos en verwaarloosd bij. Gelukkig kocht Dudok Wonen het pand om het zorgvuldig in oude luister te herstellen. Dankzij deze corporatie hangt er sinds januari 2011 weer een nieuw bordje, zodat passanten meer te weten kunnen komen over de interessante geschiedenis van deze vroegere politiepost.
De werkgroep denkt overigens na over een verdere uitbreiding van het “leesbaar” maken van Hilversums uitgebreide cultuurbezit. Analoog aan bijvoorbeeld Apeldoorn zouden gemeentelijke monumenten ook, middels een gestandariseerd schildje, door de gemeente herkenbaar gemaakt kunnen worden. Dit zal het bewustzijn van mensen -eigenaren en passanten- van de bijzondere rijkdom van Hilversum, ten goede komen. Weer een actiepunt voor 2012!